Op 9 april 2012 ging de politie 's nachts af op een melding van inbraak op een bedrijventerrein in de gemeente Borsele. Een hondengeleider en zijn politiehond kwamen ter plaatse. De verdachte werd gesommeerd tevoorschijn te komen. Omdat de verdachte zich aan zijn aanhouding trachtte te onttrekken door weg te vluchten en zich te verstoppen op een akker, is de hond ingezet. De losgelaten hond beet de verdachte vervolgens meerdere malen. Na het boeien van de verdachte werd door de agent opnieuw geweld toegepast namelijk een trap tegen het onderlichaam van de verdachte.Naar aanleiding van de geweldsaanwending door de hondengeleider en de inzet van de politiehond is door de politie een intern onderzoek gedaan naar het incident.
De politie in Zeeland concludeerde dat de inzet van de politiehond proportioneel was. Met andere woorden: de inzet van de politiehond om een verdachte van een koperdiefstal aan te houden achtte de politie gerechtvaardigd. Het geweld dat de agent na het boeien van de verdachte toepaste, namelijk de trap tegen het onderlichaam van de verdachte, is door de politie als onrechtmatig beoordeeld.Het OM is in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank. Volgens het OM staat de ernst van de geweldsaanwending, gelet op de situatie, niet in verhouding tot de reactie van de rechtbank.