Jongeren tussen 12 en 22 jaar zijn sinds 2017 in toenemende mate betrokken bij zware en fatale steekincidenten. De laatste twee jaar laten weliswaar een lichte daling zien, zowel onder jeugdigen als jong volwassenen, maar het aantal geweldsincidenten blijft met name in steden zorgwekkend hoog. Het is ook nog niet duidelijk of de daling een trend is.
Waar de politie zich vooral zorgen over maakt, is de groep jonge daders, die veel delicten pleegt. Vaak is er sprake van problemen op meerdere leefgebieden, zoals een moeilijke thuissituatie, armoede en een sociale omgeving waar ook een ander gezinslid problemen heeft met justitie.
Het is belangrijk om jongeren in probleemsituaties in een vroeg stadium te signaleren en de juiste hulp te bieden. Dit vraagt om een goede samenwerking tussen zorg- en strafrechtpartners, onder regie van de gemeente. Een gezamenlijke aanpak gericht op het inzetten van hulp en andere interventies en gericht op het hele gezin, is nodig om deze kleine groep jongeren van het criminele pad af te krijgen.
Intussen werken gemeenten, middelbare scholen, de politie en het Openbaar Ministerie nauw samen om jongeren en hun ouders bewust te maken van de risico’s van wapenbezit en -gebruik en dit verder terug te dringen. Bijvoorbeeld met preventief fouilleren, kluisjescontroles op scholen en een gezamenlijke wapeninzamelactie.
Steekwapenbezit vergroot de kans op ernstig geweld aanzienlijk. Jongeren geven aan dat ze een steekwapen dragen uit zelfverdediging of omdat ze bijvoorbeeld eerder slachtoffer van geweld zijn geweest en herhaling willen voorkomen of omdat iedereen een steekwapen draagt. Echter, met een steekwapen op zak zijn jongeren minder geneigd conflicten uit de weg te gaan en vergroten ze juist de kans op geweld. Steekwapens zorgen zo voor een schijnveiligheid. Met de preventieve inzet moeten jongeren zich meer bewust worden van de grotere risico’s die ze lopen met een steekwapen op zak.